Brexit
De uitvoerwaarde van Nederlands vlees (excl. kip) naar het Verenigd Koninkrijk ligt rond de € 600 miljoen. Dit is zonder de doorvoer van producten uit andere lidstaten of van landen buiten de EU. De COV is van mening dat bij de weging van de economische belangen het onderscheid tussen directe export en deze doorvoer een rol moet spelen.
Het overgrote deel van de vleesexport betreft de export van bacon of grondstoffen voor bacon.
Het belang hiervan is drievoudig.
- Varkensvlees staat als single product in exportwaarde boven aan de lijst van Nederlandse landbouwproducten
- Het betreft in grote mate producten uit duurzame productieketens. De Engelse retail vraagt producten (bacon) op basis van specifiek productie-eisen, zowel op het niveau van verwerking als aan de primaire productie. Dat betekent dat het afkomstig is uit productiesystemen op basis van bovenwettelijke eisen (o.a. dierenwelzijn). Hiervoor hebben Nederlandse vleesproducenten programma’s opgezet waarbinnen ketenafspraken gemaakt zijn met de varkenshouders. Met het wegvallen van deze export (VK) valt de export van deze duurzame producten weg en verliezen deze programma’s een belangrijk deel van hun bestaansrecht wat ten koste gaat van de betreffende varkenshouders
- De Britse markt is van groot belang voor de totale verwaarding van de varkens. Zoals Duitsland een belangrijke afzetmarkt is voor schouders, Italië voor de hammen en de VS voor de ribben (en NL voor de delen die de versmarkt ingaan voor het Varken van Morgen), zo is het Verenigd Koninkrijk een belangrijke afzetmarkt voor middels. Het speelt daarom een grote rol voor het tot waarde brengen van deze middels en daarmee voor de overall prijs van het varken. Met het wegvallen van de markt zal de overall prijs voor varkensvlees in de EU onder druk komen staan. En daarmee de rentabiliteit voor de varkenshouders.
Gewenste inzet van NL in de Brexit-onderhandelingen
Er is nog veel onduidelijkheid, maar het staat wel vast, dat de EU en het Verenigd Koninkrijk afspraken (moeten) gaan maken over vrijhandel.
De Britten zullen bezien welke producten ze (zo vrij mogelijk) willen blijven exporteren naar de EU. En omgekeerd voor welke EU-producten men in ruil (met als inzet zo veel mogelijk beperking van de ‘lasten’) markttoegang wil blijven geven. Daarbij speelt een rol speelt dat het Verenigd Koninkrijk (meer) handel wil bedrijven met andere landen, met name uit de Angelsaksische wereld.
Voor sommige producten zal het VK buiten de EU weinig aanbod vinden. Voor varkensvlees kunnen de Britten echter ook in de VS en Canada.
Standpunten COV over de Nederlandse inzet:
- het VK dient in ruil voor voortdurende toegang tot de EU-markt eerst handelsafspraken te maken met de huidige EU handelspartners en pas daarna met ander landen. Bestaande relaties gaan boven nieuwe. De EU mag geen sluitpost worden in handelsafspraken van het VK over de import van (varkens)vlees;
- de EU moet ‘smart’ onderhandelen en rekening houden met ‘concessies’ die het VK kan doen, die geen impact hebben op de eigen producenten;
- er moet maatwerk overgangsregelingen worden ingesteld
- in de handelsakkoorden dienen clausules te worden opgenomen om ongelijke concurrentie-verhoudingen op de VK markt (tussen aanbieders uit de EU en aanbieders uit het VK zelf en aanbieders van buiten de EU) te voorkomen Het Verenigd Koninkrijk heeft een traditie om via ‘British Quality’ regelingen (Red Tractor, etc.) de eigen retail te bewegen om Britse producten te verkiezen boven producten van andere landen. Na de Brexit zal dit alleen maar sterker worden.
Klik hier voor het interview over Brexit door VNO-NCW met Frans van Dongen.